Meten voor een toekomstbestendige leefomgeving

Ook in de toekomst willen we in een leefbare gemeente wonen en werken. Klimaatadaptatie en biodiversiteit worden steeds belangrijker bij het inrichten van onze leefomgeving. Toch is er nog veel ruimte voor verbetering, bijvoorbeeld op het gebied van beheer en onderhoud.

De komende tijd testen we nieuwe vormen van beheer waarbij we kijken wat het verschil is in de insecten die worden aangetrokken, ontwikkeling van de planten en de bodemkwaliteit. Dit noemen we het Meetnet Toekomstbestendig Beheer. Met de gegevens kunnen we het onderhoud in Gemeente Waalre verbeteren. Vervolgens stemmen we het beheer daar op af.

Verschillende meetvakken

Voor het meetnet worden verschillende stukken grond in de openbare ruimte door heel Waalre als meetvakken gebruikt. De vakken zijn te herkennen aan het bordje van het meetnet wat erbij is geplaatst. Het meetnet wordt opgezet door Vebego Groen in opdracht van de gemeente Waalre.

Wat meten we precies?

In de vakken wordt onder andere gemeten op:

  • Organisch stofgehalte: Deze stof heeft een positieve invloed op de bodemvruchtbaarheid, is de voedselbron voor bodemleven en draagt bij aan een goede bodemstructuur.
  • Bodemleven: Een actief bodemleven is goed voor de groei en ontwikkeling van planten en draagt bij aan een goede bodemstructuur.
  • Vochtvasthoudend vermogen: Bodemvocht functioneert als transportmiddel voor voedingsstoffen in de bodem, maar stimuleert ook de groei van planten.
  • Bovengrondse biodiversiteit: De monitoring richt zich enerzijds op de ontwikkeling van het aantal gras- en kruidensoorten. Anderzijds wordt de ontwikkeling van het aantal insectensoorten in beeld gebracht.
  • Conditie en vitaliteit: Wanneer de bodemconditie verbeterd, zal op den duur ook de conditie en vitaliteit van de beplanting verbeteren. Hierbij wordt gekeken naar bijvoorbeeld bedekkingsgraad, bladkleur en afsterving.

Overzicht van beheermaatregelen

Hieronder lees je hoe verschillende beheermaatregelen worden getest binnen de meetvakken.

Grasvelden

Een strak gemaaid gazon trekt weinig verschillende insecten aan en heeft dus een lage biodiversiteitswaarde. We testen hier dan ook hoe we flora en fauna een steuntje in de rug kunnen geven met vier verschillende beheermaatregelen:

  1. Traditioneel beheer: Regelmatig maaien van grasvelden zoals gebruikelijk, zodat het er strak uitziet.
  2. Kruidenrijk beheer: Minder maaien van grasvelden om kruiden een kans te geven om te groeien.
  3. Inzaaien bloemenmengsel: Inzaaien van grasvelden met een bloemenmengsel en minder maaien om kruiden een kans te geven om te groeien.
  4. Aanbrengen van bloembollen: aanbrengen van bloembollen in grasvelden en minder maaien om bollen en kruiden een kans te geven om te groeien.

Sierplantsoen

Door vaak schoffelen worden de wortels van de beplanting beschadigd en verminderd de bodemstructuur. We testen drie beheermaatregelen om het beheer van sierplantsoenen te verbeteren:

  1. Traditioneel beheer: Het schoffelen van de bodem en het afvoeren van gevallen blad zoals gebruikelijk.
  2. Toepassing van mulch: Er wordt een laag van 5-10 cm versnipperd blad op de bodem aangebracht als voeding voor de bodem en waardoor onkruid minder kans krijgt.
  3. Toepassing van een wormenmix: Er wordt een laag gesnipperd blad aangebracht en een wormenmix in het plantvak uitgezet om de bodemstructuur te verbeteren.

Boomspiegels

Een boomspiegel is het groenvak in verharding waarin de boom is geplant en waar de boom zijn water kan opnemen. De boomspiegel in verharding is vaak klein. We testen daarvoor twee beheermaatregelen:

  1. Traditioneel beheer: De boomspiegel wordt standaard twee keer per jaar gemaaid zoals gebruikelijk.
  2. Toepassing van mulch: Er wordt een laag van 5-10 cm versnipperd hout op de bodem aangebracht als voeding voor de bodem en waardoor onkruid minder kans krijgt.

Heeft u vragen over het meetnet?

Dan kunt u contact opnemen met Daan Vermeulen, omgevingsmanager bij Vebego Groen, via daan.vermeulen@vebego.nl.