Gemeentefinanciën

Om het gemeentebeleid mogelijk te maken is geld nodig. Deze financiële onderbouwing van het beleid is opgebouwd uit verschillende fasen. Dit heet de planning & controlcyclus. Het college van B&W legt volgens deze cyclus verantwoording af aan de gemeenteraad. De jaarlijkse planning & controlcyclus bestaat uit:

Kadernota

In de Kadernota stelt de gemeenteraad de uitgangspunten en kaders voor de komende vier jaar vast. De raad stelt de Kadernota vast in de zomer. Deze vormt de basis voor de begroting.

Begroting

Hierin staan de geplande inkomsten en uitgaven voor het komende jaar. Voor elk beleidsprogramma staat in de begroting:

  • Wat willen we bereiken?
  • Wat gaan we daarvoor doen?
  • Wat kost het?

Het college stelt de begroting op en bespreekt deze met de gemeenteraad. De gemeenteraad stelt de begroting vast en machtigt het college het geld uit te geven.

De programmabegroting verschijnt jaarlijks in november.

Tussenrapportage (Turaps)

De Turap sluit aan op de vergadersystematiek van de raad. De Turap wordt zowel oordeelsvormend als besluitvormend voorgelegd. Alleen ontwikkelingen die leiden tot een aanpassing op de begroting (zowel met als zonder financiële consequenties) worden in de Turap benoemd.

Jaarverslag en jaarrekening

Het jaarverslag en bijbehorende jaarrekening bevat de programmaverantwoording met daarin per programma een terugblik op onderwerpen die een belangrijke rol hebben gespeeld. Dit gebeurt aan de hand van de volgende vragen:

  • Is bereikt wat we wilden bereiken?
  • Is gedaan wat we wilden doen?
  • Heeft het gekost wat we dachten dat het zou kosten?

Jaarrekeningen